DE GESCHIEDENIS VAN VERWARMEN MET HOUT
Al sinds we zelf vuur kunnen maken, verbranden we hout. Met een houtvuur verdreven we de kou en de duisternis. Een goed houtvuur voor de warmte heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld:
- Eerst legden we stenen rond het houtvuur. De stenen namen veel warmte op en hielpen ons het vuur beter te onderhouden. Door de tijd heen werden steeds meer stenen gebruikt om het vuur en de warmte ervan beter te beheersen en zo ontstond de open haard met een schoorsteen.
- Om in het begin snel trek in de schoorsteen te krijgen werd er eerst wat klein hout opgestapeld en (toen ook al) aan de bovenkant aangestoken. Met een op die manier voorverwarmde schoorsteen werd het vuur onderhouden een kwestie van er af en toe hout bij doen. Tegen de hinderlijke koude trek werd later van veel meer stenen een dichte houtkachel gebouwd. Deze verzamelde hitte genoeg om een etmaal lang warmte uit te stralen.
- In de periode van de industriële revolutie, eind 18e – begin 19e eeuw, gingen we steeds meer over op het verbranden van steenkool. Steenkool bezit twee keer zoveel energie en zo kon er op veel grotere schaal gietijzer en staal worden geproduceerd dan eerder met hout. Overal werd nu ook voor de warmte steenkool in stalen kachels gestookt en stootten de schoorstenen massaal zwarte rook uit. Mede door de grote roofbouw op de Europese bossen was de milieuvriendelijker houtstook nauwelijks meer toereikend en raakte deze cultuur uit beeld.
- In de jaren ‘60 en ‘70 van de 20e eeuw stapten we allemaal over op aardgas, een andere fossiele brandstof. Aardgas brandt schoon, echter met een blauwe, ‘koude’ vlam. Het witte, lichtgevende vuur van eerder vonden we aantrekkelijker en hout verbranden werd een sfeerbeleving. We gingen weer hout in open haarden en oude kolenkachels stoken.
- In de huidige energietransitie moeten we van het aardgas af en over naar herwinbare brandstoffen. Brandhout kan hierin opnieuw van betekenis zijn, mits de kachels die nog gebaseerd zijn op het stoken van steenkolen, worden aangepast met op houtstook gerichte technieken en stookmethoden; gelijk aan de eerdere ontwikkelingen in b.v de Scandinavische landen en Duitsland.
Voor Nederland zie:
Geraadpleegde literatuur:
Finnisch fire places; Albie Barden en Heikki Hyytiainen The fireplace book; published by The Aberdeen Group USA Verwarmen en verlichten in de negentiende eeuw; Meindert Stokroos Sustainable Energy – without the hot air -; David J.C. Mackay Toegepaste Energietechniek, delen 1 en 2; Ouwehand, Papa, Post en Taal Kachelofenbau en Ofenkacheln; Bernd Grützmacher Zuinig en veilig stoken en Gemetselde kachels, fornuizen en open haarden; Willem Aalders Poly-Technisch Zakboek 49e druk; Prof. Ir. P.H.H. Leijendeckers, Ir. J.B. Fortuin, Prof. Ir. F. van Herwijnen, Ir. G.A. Schwippert en 39 ervaren vakauteurs. Uitgave van: Elsevier Bedrijfsinformatie bv. Vergeten technologieën/Hakbossen; www.Lowtech.be Binnenlands Biomassapotentieel, 2008; EcoFYS bv. Inspiratieboek Oogstbaar Landschap en Stedelijk gebied; Debet bv, ROid en Avestura Energie à la carte; Alterra Wageningen UR Biomassa voor energie uit de Nederlandse natuur; Alterra-rapport 1616 Wageningen UR Rapport Statusoverzicht Houtkachels in Nederland, 2010; Ir. Koppejan Hout als energiebron in zich uitbreidende Europese Unie, 2006; Publicatierapport Europese Unie. Energieprojecten – meestal brandhout -; Ir. Herman Noback